Slechts 19 procent inbreuken in Leuven Hulp leidt tot tuchtprocedure

Slechts 19 procent van de tuchtrapporten die in de Leuvense hulpgevangenis worden opgesteld, leidt tot een tuchtprocedure. Dat blijkt uit de scriptie van de Leuvense studente rechtspraktijk Lore Neijens. Het gaat om het eerste onderzoek sinds 2011, toen er een duidelijk kader kwam voor de rechten en plichten van gedetineerden.

Sinds 1 september 2011 moet elke gevangenis beschikken over een huishoudelijk reglement met de regels voor het dagelijks leven in de instelling. Er kwamen ook duidelijk omschreven richtlijnen over de toegelaten voorwerpen, terwijl dat vroeger nogal verschilde per gevangenis. De studente van de KH Leuven deed een eerste onderzoek naar tuchtprocedures binnen de gevangenismuren. In de Leuvense hulpgevangenis worden per dag gemiddeld twee tuchtrapporten opgesteld voor misdragingen van gevangenen. Slechts 19 procent daarvan leidt tot vervolging binnen de gevangenismuren. De meest voorkomende inbreuk is het gebruik van geweld tegen medegevangenen of tegen personeel. Die feiten vinden hoofdzakelijk plaats op de wandeling en worden ook het meest gesanctioneerd met het opleggen van de "individuele wandeling". Agressie tegenover personeel leidt meestal tot een verblijf in de strafcel. In 14 procent van de tuchtprocedures gaat het om gsm-bezit en in 13,5 procent om het bezit van of handel in drugs. Volgens Lore Neijens wordt er zo weinig gevolg gegeven aan inbreuken op het gevangenisreglement omdat er een gebrek is aan geld, personeel en infrastructuur. Er wordt bij inbreuken dan ook meestal een toevlucht genomen tot berispingen en aanmaningen, concludeert ze.