Wettige verdediging

Je wapen grijpen, de trekker overhalen en op iemand schieten; het is niet altijd een misdaad. Wettige verdediging of noodweer worden door de wet aanvaard.

Een inbreker op heterdaad betrappen hem neersteken of een overvaller neerschieten; helden voor het volk, maar misdadigers voor de familie van de “slachtoffers”.

De helden zijn ook mensen met emoties die naderhand komen en dit als eigenlijke reactie op het gegeven: “Het zal me niet weer overkomen”.

De held wordt meegenomen naar de onderzoeksrechter en worden de rollen omgekeerd: slachtoffers wordt dader en dader wordt slachtoffer.

 

Schietende winkeliers en politiemannen worden zelden gestraft voor bad shooting. De publieke opinie en justitie blijken opvallend mild voor wie zich verdedigt tegen een crimineel. Rechters interpreteren de wetgeving rond wettige zelfverdediging nogal breed, nochtans zijn de voorwaarden vrij streng. Men moet kunnen aantonen dat de aanval gericht was op een persoon en dat de aanval nakend en onafwendbaar was. De verdediging moet absoluut en onmiddellijk noodzakelijk zijn. Men mag zich ook alleen verdedigen voor of tijdens de aanval, dus niet erna. En dan is er nog de proportionaliteit: de verdediging niet in verhouding staan tot de aanval. Echter rechters reageren doorgaans zeer empatisch en nemen aanstoot aan de overvallers, ramkrakers en inbrekers, die de orde verstoren en het onveiligheidgevoel van de bevolking aanwakkeren. Over het algemeen duurt de justitiële  lijdensweg, naast de emotionele, van de oorspronkelijke slachtoffers meerdere jaren omdat het gerecht erg traag werkt.

 

Toch zou het m.i. niet verkeerd zijn om de Far West-taferelen  waarbij slachtoffers vallen langs de kant van daders aan beter en uitgebreider onderzoek te onderwerpen. Het kan toch niet zo zijn dat om agent naar de cowboyhoed en gevulde holsters met revolvers grijpt om zijn agressie af te reageren en de mistoestanden van de maatschappij te wreken.


Rechters wees rechtvaardig ook voor daders indien dit nog nodig blijkt!!!

 

                                                                                                                   Bron: DS – nov 2011