Uit de bak, aan de bak...

Ex-gedetineerde I. (58), belandde van jongsaf meermaals achter de tralies. Intussen werkt hij vijf jaar bij SMBG - de Stichting Morele Bijstand aan Gevangenen. “We bevorderen de sociale vooruitgang en vergemakkelijken de reclassering. Ik verricht secretariaatswerk: afspraken boeken, boodschappen noteren, bezoekers ontvangen voor de sociaal assistenten en psychologen. Ik ondersteun de administratie van de moreel consulenten die de gevangenen bezoeken.”

“We assisteren ook ex-gevangenen, zoeken met hen naar een woonst. Onze psychosociale dienst werkt hiervoor samen met een sociaal verhuuragentschap. Zij huren panden, krijgen subsidie van de stad Brussel en kunnen dan goedkoper verhuren aan ex-gedetineerden. Wij regelen, vooraleer ze vrij komen, dat ze in aanmerking komen voor zo’n woonst.”

 Detentieschade

Een eerste job, vlak na zijn vrijlating kon I. niet aan. Hij ging niet op het aanbod in. “Vrijkomen voelde voor mij als springen zonder parachute. Ik legde wel een proef af voor de job en voldeed aan de eisen, maar toen mijn eerste werkdag naderde, blokkeerde ik compleet. Ik voelde me niet klaar om sociaal te functioneren. Ik leed aan gruwelijke faalangst. Het leek wel een depressie. Ik durfde gewoonweg niet de stap naar die verantwoordelijkheid zetten. Ik zette simpelweg mijn telefoon uit. Ik was vele sociale vaardigheden verloren in de gevangenis. 17 jaar opsluiting resulteert in detentieschade. Ik wik mijn woorden. Dit is geen uiting van zelfbeklag, maar de problemen waar ik mee worstelde, worden jammer genoeg wel eens verward met ‘niet willen’ werken.”

Vrij en verloren

“Ik voelde me als een tijger, jarenlang gekooid, plots losgelaten en overgelaten aan mezelf in de stad. Ik was verloren en voelde alles als een bedreiging. Ik moest zelf terug alle beslissingen nemen. Ook geld afhalen was een nachtmerrie: pas na drie maanden kon ik een eerste overschrijving maken. Tanken aan een pompstation? Ik moest vragen me te helpen, de mensen begrepen niet dat ik dat niet kon.”

Ontdooien

“Mensen staren zich blind op je uiterlijk. Ik sportte veel en mijn lijf was oké, maar mijn gevoelsleven was kapot. Veel gevoelens kan je niet uiten binnen de muren. Na je vrijlating moet je stap voor stap ontdooien. Een gevangenis werkt in mijn ogen soms als een slechte koelkast: er komen veel bedorven producten uit en van sommige is de versheidsdatum overschreden. Ik heb begrip voor de maatschappelijke keuze om mensen te isoleren van de samenleving wanneer ze misdaden begingen. Ik zie ook geen andere oplossing, maar de mens is in wezen niet gemaakt om opgesloten te worden. Laat staan een leven lang zonder liefde of affectie te leven. Na mijn eerste, tweede, derde en vierde keer in de gevangenis werd het moeilijker en moeilijker om sociale contacten aan te knopen. Je verliest je vermogen om te genieten van het leven. Ik heb behoefte aan een goede relatie, maar kan mezelf moeilijk bewegen om een eerste stap te zetten. Ik betrap mezelf op getob en gedobber. ’t Is windstil, er is geen evolutie in mijn gevoelsleven. Ik heb dit weekend simpelweg alleen thuis gezeten. Alle zin voor initiatief ben ik kwijt. Ik vind me laks en individualistisch. Ik heb me te lang - tegen wil en dank - laten leven.”

Werken is thuiskomen

“Toen ik mijn huidige job te pakken had, startte ik met gemengde gevoelens. Het bracht stress met zich mee: vroeg opstaan, een tram nemen en in een nieuwe structuur stappen. Vijf dagen per week werken, dat hield ik niet vol. Ik hyperventileerde bij die gedachte. Na de eerste week wilde ik er mee kappen. Ik dacht: ik hang me op. Na een tijdje ging het beter, maar er komt zoveel op je af. In de gevangenis had ik slechts zes uur computerles gehad. Gelukkig kreeg ik de kans om op mijn nieuwe werkplek op eigen tempo in te lopen.”

Dankbaarheid

“De verhalen over ex-gevangenen en werkgevers die elkaar niet vinden, zijn legio. Iedereen vindt dat ex-gevangen moeten werken, maar niet in hun firma. De verantwoording naar het cliënteel weegt vaak te zwaar door. Iedereen wil wel een gsm, maar geen gsm-mast in de tuin. In sommige gevallen is het beter niet te vertellen dat je een ex-gedetineerde bent en wat je misdaad was. Ikzelf loop ook niet te koop met mijn verleden als gedetineerde. Ik zink soms door de grond van plaatsvervangende schaamte als er ingebroken wordt in mijn appartementsgebouw. Het belang van een job is wezenlijk. Ik ben dankbaar dat ik werk heb. Het biedt structuur en geeft zin aan mijn leven. Ik vrees dat wie geen legitiem werk vindt, sneller recidiveert. De ervaring die ik heb, speelt daarin mee. In gesprekken met ex-gedetineerden die worstelen met dezelfde problemen kan ik echt inleven. Ik hoop hen te overtuigen om te focussen op het vinden van een goede job.”

Werken binnen om te bouwen aan later

“Er is in mij als mens geïnvesteerd tijdens mijn laatste detentie en daar ben ik zeer blij om. Er is nu eenmaal een grote nood aan mentale zorg voor gevangenen. Er meer gebroken uitkomen dan wanneer je binnenging? Afhankelijk worden van het OCMW? Daar word de staat en de burger niet beter van. Gelukkig heb ik cipiers gekend die me deden nadenken over mijn lot. Ze confronteerden me op vaderlijke, zorgende manier met mezelf. Ze culpabiliseerden en veroordeelden me niet voor wat ik de maatschappij had aangedaan. Ze stelden impliciet de vraag: wat heb jij jezelf aangedaan? En vind je dat normaal? Ik werd empathischer en kreeg een afkeer van het foute milieu. De naïviteit van veel criminelen met zelfoverschatting hing me de keel uit. Heel langzaam werd ik wakker. De rol van goeie cipiers en moreel consulenten is wezenlijk. Ze staren zich niet blind op de gruwel van de misdaad, maar focussen op de drijfveren. Hoe ben je hiertoe gekomen? Ik kreeg meer aandacht voor maatschappelijke standpunten. Als je respectloos wordt behandeld, gaat dat veel moeilijker. Het bouwen aan eigenwaarde en het zien van alternatieven naast de misdaad zijn noodzakelijk.”

Link: http://www.smbg-famd.be/nl/wie.html

Bron:  www.bzngevangenenactie.be/nl-BE/portretten/i/