De mediatisering van justitie leidt tot ontsporingen

Politierechter op rust Annemarie Buyse ziet de grens tussen recht en populisme vervagen.

Interview met Hugo Camps.

"Ik heb me nooit geroepen gevoeld om als ijzeren tante door het leven te gaan." Na een loopbaan van 36 jaar zalft en slaat politierechter Annemarie Buyse (61) als het over justitie gaat. Maar als ze praat over haar tien jaar lang door het gerecht achtervolgde echtgenoot Pierre Chevalier, stoomt ze nog een tijdje na. "Ik wist niet dat het vermoeden van onschuld fictie was."

"De politierechtbank is geen rusthuis voor kokette dames en gesoigneerde heren." Na een loopbaan van 36 jaar in de magistratuur is de Kortrijkse politierechter Annemarie Buyse op 1 januari met pensioen gegaan. Tweeduizend vonnissen sprak ze het afgelopen jaar nog uit.

Ze heeft alles zien passeren: jong en oud, rijk en arm, vreemdeling en moslima, zoals dat op politierechtbanken gaat. "Je krijgt een grondige inkijk in de samenleving, wordt geconfronteerd met nieuwe gedragspatronen in schuld en spijt, met cultuurverschillen.

"Verkeer is hot en justitie heeft geen geld. Jarenlang had ik een printertje op mijn bureau staan om vonnissen uit te printen. Ineens was het weg, verhuisd naar een gemeenschappelijk lokaal. Besparing, heette het. Het leek me meer treiterij. Wat kost nu een printertje? Justitie blijft het departement van het mismanagement. Ergo: de politierechtbank wordt gezien als een vuilbak waar alles in kan worden gekieperd. Dat stoort me zeer.

"Het gaat niet meer alleen over verkeerszaken, op zich al een omslachtige materie met verzekeringstoestanden en zo. Iemand die zijn grasmachine op zondagavond laat draaien, kan ook voor de politierechter komen. Een stadionverbod, de meest onnozele GAS-boetes, voetbaldisputen tussen een steward en een handtastelijke supporter... het komt allemaal op het bordje van de politierechter. Tijd zat. Alsof er bij verkeer niet een hoop burgerlijke aansprakelijkheid in het geding is - ook erg onderschat. Onze agenda lijkt soms een vogelnest."

Ze praat nog steeds in de tegenwoordige tijd. Passie voor het vak? Het gevoel rechter voor het leven te zijn? "Nee", zegt ze, "zo ver moet je het niet zoeken. Ik heb mijn werk altijd met plezier gedaan. Eerst als substituut in Brugge, later als politierechter in Kortrijk. Maar ik verbind er geen verhevenheid aan. Het is echt werken. Als substituut waren er nog de sociale contacten. Een politierechter is eenzaam.

"Ik kan mijn collega's in Kortrijk niet echt missen, hoe collegiaal die ook waren, want ik sprak ze vrijwel nooit. Je staat ook alleen met je beslissing. In het leven ben ik een twijfelaar, in mijn werk niet. Ik denk wel dat ik een milde rechter was. Alleen voor vluchtmisdrijf was ik ongenadig.

"Verkeersovertredingen zijn relatief. Wie verstrooid door een rood licht rijdt, is voor mij geen misdadiger. Een vluchtmisdrijf daarentegen heeft altijd iets opzettelijks. En natuurlijk is het vreselijk als iemand uit je gezin door een dronken snelheidsmaniak van de weg wordt gemaaid. Dan geldt geen mededogen. Een jonge vader van twee die uit het leven wordt gerukt door een irresponsible young driver die dronken en in tegenrichting aan hoge snelheid op iemand inbeukt, veroorzaakt onnoemelijk en niet te herstellen leed.

"Maar ik heb me nooit geroepen gevoeld om als ijzeren tante door het leven te gaan. Als politierechter krijg je de mensen vaak voor je. Je ziet wie ze zijn, soms bang en verstijfd. Er is nog steeds respect voor de rechter, is mijn ervaring. Het gebeurt dat je, door de lichamelijke confrontatie, een vonnis dat je in gedachten had, nog aanpast. Het is te makkelijk om een hoopje ellende nog eens een draconische strafmaat op te leggen. Repressie is niet het enige."

 

Bron: De Morgen 10/01/15