Vlaamsgevangenbeleid van start

Het begeledingsbeleid dat de deelstaten sinds de jaren tachtig moeten voeren voor gevangenen komt in Vlaanderen langzaam op gang. Veralgemening van aanbod dat acht gevangenissen uitestten.

Sinds de staatshervorming van begin jaren tachtig zijn onderwijs, arbeidsbemiddeling en 'hulp aan personen"(de toenmalige grondwettelijke erm voor welzijnswerk) een zaak voor de Vlaamse Gemeenschap. Daarbij hoort ook de 'begeleiding' van gevangenen. Hun opsluitng en bewaking is federale materie, hun persoonlijke begeleiding, hun onderwijd- en vormingsmogelijkheden, hun welzijnszorg, komen voor rekening van de Vlaamse overheid. Het welzijnswerk kende vanaf dan een grote bloei in Vlaanderen, maar voor de groep van de gevangenen bleef het 'bescheiden'. Eigenlijk gebeurde er niets tot 2000.Toen tekende de Vlaamse overheid een 'strategisch hulp- en dientverleningsplan voor gedetineerden' uit. De afgelopen jaren werd dat uitgetest in enkele instellingen; het zijn er intussenacht: Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Hoogstraten, Merksplas, Turnhout en Wortel.

De Vlaamse minister van Welzijn meldde medio vorig jaar, dat de fase van het experiment verlaten wordt en dat hij overgaat tot de geleidelijke veralgemening van het aanbod. Dat betekent dat de begeleiding voor gevangenen uitgebreid wordt naar de gevangenissen van Dendermonde, Ieper, Leuven, Mechelen, Oudenaarde, Ruislede en naar de Brusselse gevangenissen. De geleidelijk uitgebouwde experimenten kunnen vanaf toen op extra arbeidskrachten rekenen.

Om te starten heeft elke gevangenis een 'beleidscoördinator" gekregen, die het aanbod van de Vlaamse overheid op gang brengt en coördineert. Daarnaast kregen de Centra voor Algemeen Welzijnswerk negen extra mensen om in de toegevoegde gevangenissen in te zetten en daar het concrete welzijnsaanbod voor gedetineerden en hun familieleden aan de bieden. Ze moeten de gedetineerden wegwijs maken in het totale aanbod dat ook vorming, opleiding, arbeidsbemiddeling moet omvatten. Verder zijn er voltijdse personeelsleden voor de geestelijke gezondsheidszorg, de begeleiding bij drugsverslaving en alcoholisme.

Andere Vlaamse diensten, zoals de VDAB en het volwassenonderwijs, moeten mede zorgen dat de gevangenen ook een concreet vormings-, opleidings- en arbeidsbegeleidingsaanbod krijgen. Daarnaast is ook geïnvesteerd in projecten om 'herstelgericht' te werken met gevangenen: dader, slachtoffer en 'samenleving'worden dan bijeengebracht.

De goede voornemens van ruim een jaar geleden zijn zichtbaar omdat er extra personeelsleden zijn aangeworven. Echter voor veel gedetineerden zijn de extra mensen onzichtbaar. Bereiken van de doelgroep, efficiëntie en doordachtzaamheid moeten tevoren beter worden nagegaan voor deze dure werkkrachten!!